Woord van de Pastoor

Maradona en de hand van God

Het sterven van Diego Maradona heeft veel mensen even stil gemaakt. De man is te jong gestorven. Veel mensen hebben herinneringen aan zijn grote voetbalkunsten.
Een bijzonder iets wat voor mij met de naam van Maradona verbonden blijft is zijn hand-van-God-goal: https://www.youtube.com/watch?v=-ccNkksrfls&ab_channel=ClassicEngland Op het WK 1986 was er de kwartfinale Argentinië tegen Engeland. Maradona tikte daar – tegen de regels natuurlijk – met zijn hand de bal over de doelman heen en scoorde op die manier. De scheidsrechter dacht dat Maradona zijn hoofd gebruikt had en verklaarde het doelpunt geldig Tijdens de persconferentie verklaarde Maradona dat het doelpunt gedeeltelijk werd gemaakt met zijn hoofd en gedeeltelijk met de hand van God. Pas 20 jaar later zou hij toegeven dat zijn goal een handsbal was. Als je op Google “de hand van God” intypt, dan krijgt je dat verhaal honderden keren te lezen en te zien.

Ik denk niet dat het al ooit is vastgesteld dat de hand van God ergens echt een doelpunt heeft gemaakt – zeg nooit nooit ! – maar dat Gods Hand mensen nabij is en soms heel apart ingrijpt in een mensenleven: dat is het diepste geloof geweest vanouds. Ik denk dat elke gelovige over bepaalde dingen in het leven zal zeggen dat God daar de hand in hand, dat men door de Hand van God zich geleid voelde om iets te doen. De Hand van God is voor een gelovige een werkelijkheid.
Het beeld van de hand van God is geen uitvindsel van Maradona. Het beeld van de Hand van God vinden we heel wat keren terug in de Bijbel. Op heel wat manieren wordt er in de Bijbel gesproken over de Hand van God. Enkele gedachten over de Hand van God wil ik er zo eens uithalen, dingen die iets moois van God naar Zijn mensen weergeven. Hopelijk herkent u zich ook in een van die gedachten.
De Hand van God is een scheppende hand. Als mensen de schoonheid van de natuur zien, dan ontdekken ze daar dikwijls de scheppende hand van God in. “De hemel ontvouwt de glorie van God; het uitspansel zegt: ‘Ik kom uit zijn handen’”. (Psalm 19,2)
De Hand van God is een sterke hand. In moeilijke momenten voelen mensen dikwijls alleen de sterke Hand van God. Zo lezen we ook in Exodus 15,6: “Uw hand, Heer, heeft zich machtig getoond; uw hand sloeg de vijand neer”.
De Hand van God is een hand die leidt en zendt. Van een aantal dingen in het leven moeten mensen zeggen: het kan niet anders of God heeft mij op deze plek of bij deze mensen geleid. In de Bijbel heeft men dat zo dikwijls ervaren. Zo lezen we in Jeremia 31,32: “Toen nam Ik hen bij de hand om hen uit Egypte te leiden” en in 1 Koningen 18,46: “De hand van de Heer kwam op Elia…”
De Hand van God is een hand die geeft. Gelovigen zullen over wat ze hebben in het leven dikwijls zeggen dat God het hen gegeven heeft. “U opent Uw handen”, zegt Psalm 145, 16 ons.
Een gedachte die veel mensen dierbaar is, is de beschermende Hand van God. Het is een gedachte die ik dikwijls hoor bij jonge ouders die hun kind laten dopen: de beschermende Hand van God moet bij hun kind zijn. In de kerkelijke dagsluiting bidden we elke dag Psalm 31,6: “In uw handen, Heer, beveel ik mijn geest”. En Jezus zegt in Johannes 10,29: “Niemand kan iets uit de hand van mijn Vader roven”.
Een laatste mooie gedachte die ik nog wil aanreiken is ook dat onze naam geschreven staat in de Palm van Gods Hand. Ook al schrijft iedereen ons af, ook al voelen we ons alleen en wanneer we sterven en iedereen is ons vergeten: Hij is er en zal er altijd zijn, bij Hem gaan we nooit verloren. Misschien is dat wel de mooiste gedachte over de Hand van God. In Psalm 63 lezen we zo mooi: “Mijn ziel hangt aan U, wil dicht bij U zijn, uw rechterhand zal mij vast blijven houden” (Psalm 63,8) en de allermooiste Bijbelzin, die ons altijd mag geruststellen staat daarover in Jesaja 49,15-16: “Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een moeder zich niet erbarmen over het kind van haar schoot ? En zelfs als die het zouden vergeten; Ik vergeet u nooit ! Kijk, in mijn handpalmen heb Ik u geschreven.”

Gods zegen, uw priester en pastoor A. Penne.