Home
Woord v.d. Pastoor
Priester Penne
Opname in de kerk
Dopen
Communie
Vormsel
Huwelijk
Jubilea
Uitvaart
Boete & verzoening
Ziek zijn
Maria
Links
Contactinformatie

Priester Penne

U bent bezoeker 402526 .

Nieuws > Homilie Witte Donderdag 2015

In de Woorddienst van daarnet hoorden we over de drie geschenken die Jezus ons op die eerste Witte Donderdag gaf: Jezus stelt de Eucharistie in, Jezus wijdt Zijn eerste priesters, Jezus wast de voeten van Zijn leerlingen.  Bij die drie geschenken voor Zijn Kerk van alle tijden mogen wij ook vanavond bijzonder stilstaan.


 


Het eerste geschenk: Jezus stelt de Eucharistie in. Hij neemt brood en zegt: “Dit is mijn lichaam voor u” en Hij neemt de beker en zegt: “Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed”. En Hij voegt er aan toe: ”Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij wederkomt”. Jezus verandert brood en wijn in Zijn Lichaam en in Zijn Bloed. Wat toen gebeurde, gebeurt nog elke keer wanneer de Kerk Eucharistie viert, onder de gedaante van brood en wijn komt Hij onder ons aanwezig. Ben ik mij daarvan voldoende bewust dat de Heer werkelijk aanwezig komt op het Altaar in de Eucharistie ? We kunnen ons met de Hemel verbonden voelen en de Hemel sterk bij ons weten wanneer we thuis bidden, of in een gebedsgroep of een Bijbelgroep maar in de Eucharistie komt de Heer als de gekruisigde en verrezen Heer dicht bij ons zoals Hij op geen ander tijdstip aanwezig komt. Wanneer je je computer aanzet, je wil op internet dan begin je in te tikken www. Als je de Heer lijfelijk dicht bij wilt hebben, dan moeten we Eucharistie vieren en dan krijg je Hem www: werkelijk, waarachtig en wezenlijk. De Eucharistie verbindt ons met de liturgie in de Hemel. Dat grote geschenk heeft de Heer ons nagelaten op die eerste Witte Donderdag. Dat eerste geschenk vraagt aan elk van ons vanavond of wij ons voldoende bewust zijn van die werkelijke aanwezigheid van de Heer ? Beleef ik de Eucharistie ook zo: de Heer komt op het Altaar voor mij persoonlijk aanwezig ? Hij is in elk tabernakel werkelijk aanwezig, ben ik mij bewust van die Aanwezigheid, ook hoe ik mij in een kerk dan ook gedraag ? Stel je maar eens de concrete vragen: hoe ben ik daarnet de kerk binnen gekomen, heb ik door te knielen of te buigen de Heer in het Tabernakel gegroet ? Hoe wacht ik de Mis af, als het begin van een voorstelling en vooraf nog een gezellig babbeltje met de buurman of buurvrouw of bereid ik mij op het Misoffer voor,  in de Aanwezigheid van de Heer in het Tabernakel ? Dat is niet alleen iets waar u als christengelovige zich elke keer bewust moet van worden, dat geldt ook voor ons als priester. Als priester kan ik niet onverschillig of nonchalant aan het Altaar staan maar moet ik mij elke keer helemaal bewust zijn van: de Heer is hier. Uw en mijn bidden mag niet iets afraffelen zijn maar bidden met de woorden van de Wereldkerk tot de Heer hier werkelijk aanwezig. Ook bij het uitreiken van de Communie: ik als priester en de gelovige die het ontvangt, het mag nooit een snelbuffet zijn, iets wat we vlug even doen maar in het grote bewustzijn dat we de Heer ontvangen. Hij is er, www, werkelijk, waarachtig, wezenlijk.


 


Het tweede geschenk wat de Heer ons geeft is het Priesterschap. De Heer wijdt Zijn apostelen priester met de scheppende woorden: “Doet dit tot mijn gedachtenis”. Zij mogen doen wat Hij deed, de Heer zal langs hun mond spreken en langs hun handen handelen, in de persoon van Christus zullen zijn spreken en handelen. Zonder priesters is er geen eucharistie. Er kan wel brood en wijn genomen worden en allerlei vrome woorden gesproken worden maar zonder priester blijft het brood en wijn en komt Hij niet werkelijk en waarachtig en wezenlijk aanwezig. Zonder priester ook geen boetesacrament, geen vergeving van zonden; er kan veel over barmhartigheid en vergeving gesproken worden maar zonder priester is er geen zondenvergeving, precies daarvoor heeft de Heer Zijn leven op het Kruis gegeven. Zonder priester ook niet de genade van de ziekenzalving, er kan door iedereen met olie gezalfd worden en vrome gebeden uitgesproken maar alleen een priester kan ons de genaden van de ziekenzalving geven. We moeten de Heer vragen om voldoende priesters, bidden wij regelmatig voor roepingen, ook dat jongens en mannen in onze eigen familie en parochie de Roepstem van de Heer zouden beantwoorden ? Steun uw priesters ook in hun dienstwerk, spreek goed over uw priesters. Nu er uit ons volk te weinig priesterroepingen komen moeten we onze bisschoppen ook aanmoedigen  steeds meer priesters uit priesterrijke gebieden naar onze streken te halen. Mgr. Lemmens stelde ons maandag 4 nieuwe priesters voor ons vicariaat voor, 4 priesters uit Nigeria die volop Nederlands aan het leren zijn. Alleen de priester kan de priester in zijn eigen dienstwerk vervangen. Bidt vanavond ook bijzonder voor roepingen en voor uw priesters.


 


Het derde geschenk wat de Heer ons vandaag geeft is de voetwassing. Straks zal ik een aantal van onze vormelingen, naar het voorbeeld van de Heer, de voeten wassen. Daarmee geeft de Heer ons een geschenk van een levenshouding. Wij als volgelingen van Jezus zullen altijd knielende mensen moeten zijn, knielend om te zorgen en nabij te zijn naar alle mensen die Hij op ons levenspad zet. Naar het voorbeeld van Jezus moeten we onze kleren durven afleggen, ons niet constant beroepen op onze status of onze familieafkomst, maar de linnen doek aandoen naar het voorbeeld van Jezus. Dat betekent: ons bekleden met het kleed van God en zorgzaam en liefdevol zijn, een dienende levenshouding hebben. De christen zal een dienende mens zijn. Ik betrek het natuurlijk op deze avond van de instelling van de eucharistie en het priesterschap op ons als priester. Wij als priesters moeten dienend bij onze mensen, bij onze zieken en bejaarden zijn, bij de mensen die verlangen naar Gods Woord, bij onze jongeren en ouderen. Paus Franciscus zei in zijn eerste Witte Donderdagpreek dat de herders moeten ruiken naar hun schapen. Misschien hebben vroeger priesters teveel geroken naar sigaren en wijn maar ze moeten ruiken naar hun mensen omdat ze dichtbij hen leven en zijn. De dienende levenshouding die zich een maakt met de mensen op ons pad is niet alleen iets voor de geestelijkheid maar voor allen die zich christen noemen. Dien, of anders dien je voor mij tot niets, zegt Jezus ons met Zijn voorbeeld. Dat is het derde geschenk wat de Heer ons deze avond ook wil meegeven: u als vader en moeder, als broer en zus, als medemens, ook gij moet ruiken naar hen die God op uw weg heeft gezet en het moet voor u een eer zijn te mogen dienen en hen iets van Gods Zorg te laten voelen.